Beste broeders en zusters,

Vandaag is geen zondag, toch vieren wij op een andere wijze het Paasmysterie van Jezus dat het verloop van de geschiedenis veranderde. In Maria van Nazareth herkennen wij onze eigen geschiedenis: de geschiedenis van de Kerk, ondergedompeld in het algehele lot van de mensheid. Door vlees te worden in haar, de God van leven – de God van vrijheid – heeft hij de dood overwonnen. Ja, vandaag overwegen wij hoe God de dood overwint – echter nooit zonder ons. Zijn aandeel is het koninkrijk, ons aandeel is onze “ja” tegen zijn liefde die alles kan veranderen. Aan het kruis gaf Jezus vrijelijk deze “ja” die dood ontdeed van zijn macht – de dood die zich nog steeds verspreid waar onze handen kruisigen en onze harten gevangen blijven door angst en wantrouw. Aan het kruis, overwon vertrouwen; zo ook de liefde, die ziet wat komen gaat;  de vergeving overwon.

Maria was daar verenigd met haar Zoon. In onze tijd zijn wij als Maria wanneer wij niet vluchten, wanneer we Jezus zijn “ja” ons eigen maken. Die “ja” leeft nog steeds en weerstaat de dood in de martelaren van onze tijd, in getuigenissen van geloof en gerechtigheid, van zachtaardigheid en vrede. Daardoor word deze dag van vreugde ook een dag dat wij geroepen worden te kiezen – hoe en voor wie zal ik leven?

De liturgie van het hoogfeest van de ter hemelopneming geeft ons de passage van “Maria bezoekt haar nicht Elizabeth” uit het Evangelie om te lezen. De heilige Lucas weergeeft in deze passage en beslissend moment in Maria’s roeping. Het is schitterend om die dag te herbeleven, terwijl wij de “bekroning” van haar leven vieren. Ieder levensverhaal, zelfs dat van de Moeder van God, is van korte duur op aarde en komt tot een einde. Toch gaat niks verloren. Wanneer een leven eindigt, schijnt de uniekheid van dat leven nog duidelijker. Het Magnificat, wat in het Evangelie wordt gesproken door de jonge Maria, straalt het licht uit van al haar dagen. Een enkele dag – de dag dat ze haar nicht Elizabeth ontmoet – bevat het zaadje van elke andere dag, van elk seizoen. Woorden zijn niet genoeg; een lied is nodig, één die nog steeds wordt gezongen door de Kerk “van geslacht tot geslacht” (Luc 1: 50), aan het einde van elke dag. De verrassende vruchtbaarheid van de onvruchtbare Elizabeth bevestigd Maria in haar vertrouwen; het anticipeert de vruchtbaarheid van haar “ja”, die door stroomt in de vruchtbaarheid van de Kerk en van ieder mens die Gods woord verwelkomt. Die dag ontmoete twee vrouwen elkaar door het geloof, ze verbleven drie maanden samen om elkaar te steunen, niet alleen voor de praktische zaken maar in een nieuwe manier om de geschiedenis te lezen.

En zo, mijn geliefde broeders en zusters, komt de opstanding in onze wereld vandaag de dag. De woorden en de keuzes van de dood lijken de overhand te hebben, maar het leven van God breekt door in onze wanhoop door onze ervaringen van broederschap en nieuwe gebaren van solidariteit. Nog voor ons uiteindelijk doel, verandert de opstanding – in ziel en lichaam – ons leven op aarde. Maria’s lied, het Magnificat, versterkt de hoop van de nederige, de hongerige, de toegewijde dienaren van God. Dit zijn de mannen en vrouwen van de zaligsprekingen wie zelfs in turbulente tijden al het onzichtbare zien: de machtige worden van hun tronen geworpen, de rijke worden met lege handen weggestuurd, de geloftes van God worden voltooid. Zulke ervaringen zouden er moeten zijn in elke christelijke gemeenschap. Ze lijken misschien onmogelijk maar Gods woord steeds aan het licht gebracht. Wanneer banden geboren worden, waarmee we het slechte met het goede en de dood met het leven confronteren, zien we dat niks onmogelijk is voor God (cf. Lc 1:37).

Soms, helaas, waar menselijk zelfredzaamheid heerst, waar materialistisch comfort en een zekere zelfgenoegzaamheid verdoofd, kan dit geloof vervagen. Dan komt de dood binnen in de vorm van terughoudendheid en beklag, van nostalgie en angst. In plaats van de oude wereld voorbij te laten gaan kan iemand zich er aan vast grijpen, zoekend naar de hulp van de rijken en machtigen, wat vaak komt met minachtingen voor de armen en geringe. Echter de Kerk leeft in haar zwakkere leden en zij is hernieuwd door hun Magnificat. Zelfs hedendaags, de arme en de vervolgde christengemeenschappen, de getuigen van zachtaardigheid en vergeving in plaats van conflict, de vredestichters en bruggenbouwers in een gebroken wereld, zijn de vreugde van de Kerk. Zij zijn haar voortdurende vruchtbaarheid, de eerste vruchten van het koninkrijk dat komt. Veel van hen zijn vrouwen, zoals de oudere Elizabeth en de jonge Maria – Paasvrouwen, apostelen van de opstanding. Laat ons bekeren door hun getuigenis!

Broeders en zusters, wanneer we in dit leven “kiezen te leven”  (Dt 30:19), dan is het juist om in Maria die ten hemel is opgenomen onze eigen eind bestemming te zien. Zij is ons gegeven als een teken dat de opstanding van Jezus niet een geïsoleerde gebeurtenis is of een enkele uitzondering. In Christus kunnen wij ook “de dood verslinden” (cf 1 Kor 15:54). Om zeker te zijn dat dit Gods werk is en niet het onze. Maria is de wonderlijke vereniging van genade en vrijheid, die ieder van ons aangemoedigd om te vertrouwen, moedig te zijn en  te participeren in het leven van Gods mensen. “Omdat Hij aan mij zijn wonderwerken deed” (Lc 1:49): mag ieder van ons deze vreugde kennen en verkondigen met een nieuw lied. Laat ons niet bang zijn te kiezen voor  leven! Het lijkt misschien risicovol en onvoorzichtig. Vele stemmen fluisteren: “Waarom broeder? Laat het gaan. Denk aan je eigen belangen.” Dit zijn de stemmen van de dood. Maar wij zijn leerlingen van Christus. Het is zijn liefde die ons drijft – ziel en lichaam – in onze tijd. Als individuen en als Kerk, we leven niet langer voor onszelf. Dit – en alleen dit – verspreid het leven en laat leven overwinnen. Onze overwinning op de dood begint hier en nu.

Paus Leo XIV